Van bevrijdingstheologie tot hoofdstad van de kaas : de eerste stappen van Oikocredit in Zuid-Amerika

Van bevrijdingstheologie tot hoofdstad van de kaas : de eerste stappen van Oikocredit in Zuid-Amerika

fepp-historic-image-470pixels.jpg01 juli 2015

Graag nemen we je mee naar de boeiende geschiedenis van de allereerste stappen van Oikocredit in Zuid-Amerika, bijna 40 jaar geleden. Ons verhaal start bij padre Leonidas Proaño, bisschop van Riobamba in Ecuador, kandidaat nobelprijswinnaar voor de vrede, een van de belangrijkste bevrijdingstheologen uit zijn tijd, en bovenal voorvechter voor de rechten van de armen en de indianen.

Eind jaren 1980 bezocht padre Leonidas het dorpje Salina in de Ecuadoriaanse provincie Bolivar. Het dorpje ontleent zijn naam aan de belangrijkste bron van inkomsten uit de streek : zout (sal in het Spaans). Maar van dat zout zag de bisschop niet veel meer : de zoutvelden waren grotendeels opgedroogd, en vele boeren hadden het dorp verlaten op zoek naar een beter leven in de stad. Slechts 50 straatarme boerenfamilies waren in het dorpje achtergebleven, waar ze in schrijnende omstandigheden trachtten te overleven. Het waren deze schrijnende taferelen die bisschop Proaña inspireerden tot de oprichting van een organisatie om deze armste rurale bevolkingsgroepen te helpen, Fondo Ecuatoriano Populorum Progressio (FEPP). Dit werd ook de allereerste partnerorganisatie van Oikocredit in Zuid-Amerika.

Ondanks valselijke beschuldigingen van guerilla-activiteiten en voortdurende tegenwerking vanuit de rijke elite van het land, bleef bisschop Proaño zich inzetten voor de allerarmsten. Zo ook in Salina. Hij zette er de dorpelingen aan om hoeveproducten als kaas en worst te maken en te verkopen in de stad, en ondersteunde ze hierbij vanuit de nieuwe organisatie FEPP. Het werd al vlug een succes, en de organisatie had nood aan extra financiële middelen om te investeren.  Maar bij lokale banken ving men bot, voor de armsten was geen lening mogelijk. Oikocredit geloofde wel in het project van padre Leonidas en de dorpelingen van Salinas. En zo ontving FEPP in 1978 een lening van $ 100.000 als eerste Latijns-Amerikaanse partner van Oikocredit.

“Ik herinner me nog levendig ons eerste contact met Oikocredit, toen nog Ecumenical Development Cooperative Society genaamd,” vertelt José Tonello, de directeur van FEPP. “In 1978 waren we nog een heel kleine organisatie die zocht naar middelen om de arme boeren en indianenfamilies in Ecuador te ondersteunen. Dit sloot aan bij de missie van Oikocredit, en daarom kregen we als een van de eersten een lening toegekend.”

Fepp gebruikte deze eerste lening om boeren te ondersteunen bij het verbeteren van hun productie. De drie daaropvolgende leningen, goed voor samen nog eens 550.000 dollar, werden gebruikt om de activiteiten van Camari te versterken en uit te breiden. Camari was de marketing-organisatie van FEPP, erop gericht om de landbouw- en artisanale producten van kleine boeren te vermarkten.

Vandaag is Salinas een bruisende gemeenschap, uitgegroeid tot de ‘hoofdstad van de kaas’ in Ecuador. De stad telt tientallen cooperatieve productiebedrijfjes, allen gegroeid uit de visie van padre Leonidas en de missie van FEPP. Maar de positieve invloed van FEPP beperkte zich niet enkel tot de regio van Salinas. Vandaag bereikt de organisatie 700.000 armen over het gehele land, en is het actief op tal van domeinen, waaronder het recht op toegang tot land, natuurbehoud, alternatieve energie, drinkbaar water en lokale financiële dienstverlening.

Sinds hun allereerste lening – van Oikocredit – in 1978, hebben zowel Oikocredit als FEPP zich verder ontwikkeld in lijn met de visie en de bezieling van de oprichters. FEPP is een belangrijke actor geworden op het vlak van sociale ontwikkeling, milieuproblematiek en inclusie in Ecuador. “Het allerbelangrijkste resultaat van ons werk in Ecuador, is dat mensen de kans gekregen hebben om zich bij te scholen, hun waarden te verrijken en hun relaties te versterken, “ vertelt Tonello. “Op die manier zijn ze uit de armoede kunnen ontsnappen, en kunnen ze een betere toekomst uitbouwen voor hun families.”

« Terug