Fair Trade gaat over meer dan een hogere prijs - ook al is die belangrijk!

Naar aanleiding van de cocao-conferentie en de academische zitting die we in maart 2019 organiseerden hielden we een enquête bij diverse producentengroepen, in samenwerking met ‘Trade for Development Center’ van de Belgische overheid, Oxfam-Wereldwinkels, Rikolto, UGent en de Provincie Oost-Vlaanderen. We vroegen ons voornamelijk af wat de partners denken over de certificatie van hun producten. Hier is een overzicht van de voornaamste conclusies. De 16 groepen die reageerden werken allemaal met een of meerdere certificeerders voor cacao, koffie en/of bananen, voor fair trade en/of voor organische teelt. 

Uit de antwoorden blijkt dat achter de keurmerken een hele organisatie schuilt van opvolging, en dat de kosten soms hoog oplopen, vooral voor kleinere groepen. Maar ze krijgen er heel wat voor terug: zowel hogere inkomsten (ja,  de hogere prijs is belangrijk!), die deels naar de individuele boeren gaan en deels besteed worden aan gemeenschappelijke initiatieven van de partners. Een overzichtje:  

  • Meer aandacht voor het milieu: bij producenten die bio produceren is dit evident maar ook groepen die enkel met een fairtrade label werken springen oordeelkundiger om met ingrediënten, aandacht voor schaduwbomen, nieuwe aanplantingen en betere landbouwpraktijken
  • Aandacht voor wetgeving en sociale rechten wordt expliciet vermeld. Daarbij kunnen we denken aan de rechten van werknemers, maar evenzeer het bewaken dat kinderen naar school gaan
  • Een betere productie zorgt voor hogere opbrengsten, maar vaak ook tot een betere kwaliteit die kan leiden tot betere prijzen
  • Een betere organisatie van de producentengroep kan leiden tot een meer professionele en meer dynamische bedrijfsvoering, een betere dienstverlening (zoals voor gemeenschappelijke aankoop van ingrediënten), een sterker groepsgevoel en meer commerciële opportuniteiten. 

Op de vraag hoe bovenop de huidige meerprijs een beter inkomen te bekomen, kwamen heel wat suggesties om de productie meer te diversifiëren: met nieuwe productlijnen, of met diensten zoals eigen transport en toerisme. Concrete voorbeelden werden gegeven: vis, vismeel en maniok, activiteiten die ook vrouwen meer kunnen betrekken. Zelf meer overhouden van de eigen producten, door ze meer af te werken, is een andere piste, net als het zich richten op de lokale markt.  De niche van  top-kwaliteit en specialiteiten op de internationale markten kan voor sommigen ook een piste zijn. Hoe de investeringen voor dergelijke diversificatie te financieren? Doorgaans volstaan daarvoor de meerprijzen niet die ze uit certificatie bekomen, en wordt gekeken naar giften en leningen (o.a. van Oikocredit). 

Ook op andere vlakken is er vraag naar het financieren van investeringen: ter verbetering van de infrastructuur of technische verbeteringen die dan weer kunnen leiden tot hogere rendementen. Concrete voorbeelden werden gegeven: het herstellen en verbeteren van waterpompen, het verbeteren van de fertiliteit van de grond, herbebossing en het planten van nieuwe en betere variëteiten. In het specifiek werkveld van Oikocredit ligt ook het aanzetten tot opbouw van eigen kapitaal (om leninglasten te verminderen) en toegang tot krediet voor de leden te faciliteren. 

Het zal niet verwonderen dat training en vorming herhaaldelijk wordt vermeld als middel om zich te verbeteren, o.a. door het aanleren van nieuwe landbouwtechnieken (zoals o.a. bio-meststoffen) , financieel beheer, kennis bijbrengen van de markt, … Maar ook dat dient bekostigd.

We vroegen naar suggesties om de certificatie efficiënter (en goedkoper) te laten verlopen.  Verschillende  voorstellen werden spontaan gegeven. Zo wordt gepleit voor het verminderen van de kosten van de certificatie: door vergaande samenwerking van de verschillende certificeerders (zodat bevindingen van de ene aan de andere worden overgemaakt), door de controles slechts om de 2 jaar in plaats van nu jaarlijks te laten verlopen, en door gebruik te maken van nieuwe technieken om de controles strikter te laten verlopen.

Het verhogen van de afzet is een aandachtspunt van alle producentengroepen. Inderdaad: vele producenten verkopen slechts een deel van hun omzet aan fairtrade voorwaarden. Indien ze meer zouden kunnen verkopen aan die voorwaarden zou het verschil groot zijn. Er wordt dan ook gepleit voor meer directe contacten tussen producenten en consumenten: de exporteurs die nu als tussenpersoon werken worden soms eerder als een blok aan het been beschouwd, en als een extra schakel met weinig meerwaarde. Meer promotie voor de labels en meer lobby voor fairtrade zijn logische voorstellen. 

Een conclusie van de enquête is zeker dat keurmerken nieuwe werelden en mogelijkheden openen  die verder gaan dan het onmiddellijk financiële. Certificatie is meer dan een label toekennen en opvolgen. Ze biedt bescheiden maar belangrijke mogelijkheden, die al bij al met relatief weinig middelen worden gerealiseerd. Zeker als we ze vergelijken met hoe het in de reguliere economie verloopt. Het verschil met de reguliere handel is voor de producenten erg groot. 

Anderzijds mag het belang van certificering niet overroepen worden. Feit blijft dat keurmerken niet overal sluitende garanties bieden om tot een leefbaar inkomen te komen en kinderarbeid volledig uit te roeien. Maar ze hebben wel een sterke voorbeeldfunctie van hoe productie en vermarkting op een meer duurzame en meer ethische manier kunnen verlopen. 

Uiteindelijk zullen we voor de cacao ook niet ontkomen aan een hogere prijs, zowel aan de producenten als aan de consumenten. Zo bleek uit een studie die door Fairtrade Belgium werd voorgesteld op onze academische zitting, dat in vele gevallen de minimumprijs die nu gegarandeerd wordt aan de cacaoboeren hen eigenlijk niet in staat stelt om effectief een waardig inkomen te verwerven.

In deze context dienen we ook een recente beslissing van Oxfam Fairtrade te kaderen, de beslissing om de prijs die ze aan haar partners betaalt, op te trekken, en om ook de prijs van Oxfam-chocolade te verhogen. Een moedige beslissing waar we veel respect voor opbrengen en die op 12 oktober in het zonnetje werd gezet met een bijzondere campagne: je kon er een chocolade-verpakking omruilen voor een gratis reep van de nieuwe chocolade die vanaf nu in de wereldwinkels wordt verkocht: de “Bite to fight”. Wij proefden hem reeds en kunnen bevestigen dat hij bovendien lekker is! 

Marc Bontemps